Cataract

Door DR Gerlinde Janssens       ECVO oogspecialist

 

Inleiding: 

De bedoeling van dit artikel is om een antwoord te geven op veel gestelde vragen in verband met lenstroebeling. Wat verstaat men onder cataract? Elke niet-fysiologische witting of troebeling van de lensvezels en/of kapsel. Deze troebeling is een optisch fenomeen en is o.a. te wijten aan een verandering in fysiologischlamellaire ordening van de lensvezels en/of aan structurele veranderingen in het lenskapsel zelf. Een andere reden is een wijziging in cellulaire eiwitconcentratie.

Is cataract steeds even uitgebreid? 
Neen, er bestaan verschillende stadia. Bij het optreden van de eerste tekenen van cataract, als minder dan 10-15% van het lensvolume troebel is, spreken we van een incepient of beginnend cataract

Bij verder voortschrijden komt er nog meer troebeling. Er zijn echter nog steeds gebieden in de lens die helder zijn en waardoor we het netvlies nog kunnen inspecteren. Deze vorm wordt dan immatuur of onrijp genoemd. In dit stadium is de lens osmotisch erg actief. Dit gaat gepaard met veranderingen in de lens zelf: nl. binnendringen van vocht, vorming van spleten (“water-clefts”) en toename in volume.

Vanaf het ogenblik dat het netvlies niet meer kan geïnspecteerd worden, en de patiënt dus blind is aan dat oog, spreken we van een matuur of rijp cataract.

Deze vorm kan dan nog verder evolueren naar hypermatuur of overrijp. Een deel van de lens, vooral de cortex, gaat vervloeien onder invloed van bepaalde enzymen (resorptie cataract). Na verloop van tijd is het mogelijk dat een deel van het netvlies opnieuw zichtbaar wordt en dat de patiënt een gedeelte van zijn gezichtsvermogen terug krijgt. Er is meer kans tot deze spontane resorptie indien het cataract verscheen tijdens de eerste levensjaren van de hond

Bij nader onderzoek zien we ook dat er plooien verschijnen in het voorste lenskapsel. Dit gebeurt omdat afgebroken lensproteïnen en water doorheen het intacte lenskapsel uit de lens zijn gesijpeld. Met als gevolg dat het lensvolume verkleind is en dat het lenszakje in verhouding te groot geworden is. Het verlies van lensinhoud in het oog geeft dan weer aanleiding tot ontstekingen (uveïtis). Soms zijn er ook oplichtende kristalvormige deeltjes zichtbaar; deze zijn afkomstig van afgebroken lensvezels en proteïnen. Als er voldoende cortex vervloeit, dan is het mogelijk dat de kern van de lens naar de bodem van het lenszakje zakt. Dit noemen we dan een Morgagnian cataract.

Bij de hypermature vorm zien we soms ook nog afzettingen van wit materiaal onder het voorste lenskapsel. Ze kunnen ook voorkomen onder het achterste lenskapsel maar deze worden pas waargenomen op het ogenblik van de chirurgische lenswegname.

 

Hoe komt het dat mijn hond cataract krijgt? 
Er zijn verschillende mogelijkheden: vb. trauma, toxische producten, suikerziekte en ontsteking. Maar in een groot aantal van de gevallen is het optreden van cataract erfelijk bepaald. Dit zien we o.a. bij de standaard poedel, golden en labrador retriever, cocker, bobtail, Siberische husky,Tibetaanse terriër en vele andere rassen. In dit geval wordt het ten stelligste afgeraden om met de aangetaste hond te kweken. Bij erfelijk cataract zien we vaak een typische verschijningsvorm afhankelijk van het ras en een bepaalde leeftijd van optreden. Het is ook mogelijk dat uw hond ook nog andere oogafwijkingen heeft, die in feite verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van dit cataract. Dan spreken we van secundair cataract. Tot deze afwijkingen behoren o.a. lensluxatie, retina dysplasie en gPRA (gegeneraliseerde progressieve retina atrofie). 

gPRA staat voor gegeneraliseerde progressieve retina atrofie. Hierbij begint de rand (periferie) van het netvlies eerst dunner te worden. De eerste teken zijn slechter zien als er minder licht is (nachtblind).

 

Diabetes cataract

Mijn vorige hond had suikerziekte en kreeg nadien beiderzijds een “witte pupil”, alhoewel we hem dagelijks een insuline spuitje gaven.  
Suikerzieke patiënten die worden behandeld met insuline hebben een erg grote kans om na verloop van tijd toch cataract te krijgen. Zelfs als ze goed geregeld zijn behouden ze een licht verhoogde suikerspiegel, wat uiteindelijk nadelig is voor de lens. Als het glucosegehalte in het bloed te hoog is, wordt dit uiteindelijk in de lens omgezet tot sorbitol en fructose. Sorbitol veroorzaakt een hypertoniciteit met opstapeling van nog meer water in de lensvezels. De vezels zwellen en dit leidt tot verlies van transparantie. Het gevolg is het optreden van een beiderzijds, symmetrisch en snel ontwikkelend diabetes cataract. 

Bij onderzoek van een patiënt met lenstroebeling wordt best steeds aan de eigenaar gevraagd of er klachten van PU/PD/polyfagie zijn. Polyurie/polydipsie betekent veel plassen/veel drinken, polyfagie betekent vraatzucht. Tevens worden ook het bloed en de urine op suiker getest.

 

Na een oogonderzoek blijkt dat mijn hond “posterior subcapsulair cataract heeft. Wat betekent dit? 
Vooraleer hier verder op in te gaan willen we eerst even de bouw van de lens uitleggen. In het midden van de lens bevindt zich de kern of nucleus. Deze is volledig omgeven door cortex. Langs de buitenkant zit het lenskapsel dat aan de voorzijde van de lens dikker is dan aan de achterzijde. Om nu de juiste plaats aan te duiden waar de troebeling zich bevindt, wordt gebruik gemaakt van een aantal vaste termen. We zullen er enkele vernoemen: - nucleair : de troebeling zit in het binnenste ( de kern) van de lens - corticaal : dit wil zeggen in het gebied tussen kern en kapsel - subcapsulair : d.i. onder het lenskapsel

Om nog nauwkeuriger de lokalisatie aan te duiden kan er nog bij vermeld worden of die voor- of achteraan in de lens zit (anterior of posterior). Daarnaast zijn er termen om het uitzicht van de troebeling te beschrijven, bv. spaakvormig, driehoekig. 

 

Welk is de vroegste leeftijd van optreden van cataract? 
Een bepaalde vorm kan al aanwezig zijn vanaf de geboorte, we spreken dan van een congenitaal cataract. In principe is deze zichtbaar vanaf het moment dat de oogjes open gaan. In de praktijk wordt het vaak pas vastgesteld rond de leeftijd van 6-8 weken of later. Meestal is deze vorm niet progressief. Er kan zelfs een lichte verbetering optreden tijdens de groei, omdat de lens rond de plek nog groeit maar de plek zelf niet verandert, zodat de troebeling in verhouding tot de lensdiameter kleiner wordt. Als cataract optreedt tussen het eerste en achtste levensjaar, dan spreken we van een juveniele vorm. Bij nog later optredende troebelingen zeggen we dat het een seniel cataract is. De dierenarts heeft een plekje cataract gezien in de lens van mijn hond. Gaat hij nu blind worden? Het is niet altijd voorspelbaar of een troebeling in de lens zal uitbreiden of niet. Is de witting enkel in de kern, dan is er meer kans dat die stationair zal blijven. Zien we vacuolen (blaasjes) aan de rand van de lens of in de cortex dan zal de troebeling heel waarschijnlijk wel verder uitbreiden.

 

Mijn hond wordt al wat ouder en nu zie ik een blauwige schijn in zijn lenzen. Is dit cataract? 
Het is belangrijk om cataract te onderscheiden van lenssclerose. In dit laatste geval treedt er een verdichting op in het centrum van de lens ten gevolge van de ouderdom. Dit is een normale fysiologische verandering. Gans het leven vormt de lens nieuwe vezels, maar de snelste groei is wel gedurende het eerste levensjaar. Het lenskapsel beperkt echter de uitzetting van de lens. Daardoor komt het dat de oudere vezels in het centrum van de lens tegen elkaar geperst liggen. Dit zorgt voor de witblauwige schijn in het midden van de pupil. De hond kan echter wel blijven zien doorheen deze lens in tegenstelling tot “echt”cataract. De dierenarts kan met behulp van geschikte toestellen (een directe en/of indirecte oftalmoscoop) het netvlies nog steeds beoordelen. Enkel bij erg uitgebreide sclerose zijn kleine oftalmoscopische details niet meer zo scherp zichtbaar.

Het is ook mogelijk dat seniel (ouderdoms) cataract en nucleaire sclerose samen voorkomen of aan elkaar voorafgaan.

 

Bestaan er medicijnen om de verdere ontwikkeling van cataract tegen te gaan? 
Tot hiertoe bestaan er nog geen medicijnen die cataract ontwikkeling vertragen. Is er een plek in het midden van de gezichtsas, dan kan er voor het dier verbetering zijn door het gebruik van een mydriaticum. Dit product doet de pupil dilateren (verwijden) zodat de patiënt terug voldoende kan zien rond deze plek. Als het cataract erg uitgebreid is, dan helpt alleen een lensextractie om het gezichtsvermogen te verbeteren, en enkel indien het achterliggend netvlies nog normaal werkt.

 

Mijn hond, die aan beide ogen cataract heeft, gaat misschien geopereerd worden. Maar eerst gaat de dierenarts nog een ERG maken. Waarom? 
Als de lenzen matuur cataract hebben, is het niet meer mogelijk om het netvlies (de retina) te bekijken. Bij rassen waarbij gPRA voorkomt is het erg belangrijk het netvlies te testen vooraleer tot chirurgie over te gaan. Want het feit dat de pupillen verkleinen onder invloed van licht geeft geen voldoende zekerheid om te besluiten dat de retina nog normaal werkt. 
Daarom wordt gebruikt gemaakt van een elektroretinografie (ERG)-toestel. Eerst krijgt de hond een lichte verdoving en vervolgens druppelen we een product in de ogen om de pupillen te verwijden. De patiënt wordt minimum 15 minuten in het donker geplaatst. Erna wordt een contactlens op het hoornvlies geplaatst en 2 elektroden op de kop (een op de neus en een op het oor). Het ERG toestel produceert lichtflitsen, deze wekken elektrische potentialen in het netvlies op, die dan worden gemeten. Op de computer kunnen we via een curve aflezen of de retina nog voldoende werkt. Indien het resultaat slecht is, wordt geen lensextractie uitgevoerd. Voor gPRA zelf bestaat er tot nu toe nog geen behandeling.